Skip to main content Skip to search

Nieuws

Waarom is spaargeld voor banken zo duur?

De meeste mensen zijn opgegroeid met het principe dat de bank behoefte had aan jouw spaargeld. Voor banken was spaargeld vergeleken met andere financiering relatief goedkoop om aan te trekken en dus konden consumenten begin deze eeuw rekenen op renteniveaus van soms wel 4 tot 5 procent. Maar sindsdien is er iets belangrijks veranderd. Banken hebben helemaal geen tekort meer aan financiering. Onder meer door beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is er meer dan genoeg geld voor de banken die het willen hebben én tegen historisch goedkope tarieven. Het is de bedoeling dat banken dat geld ook weer uitlenen, maar volgens de banken zelf is er helemaal niet zo veel vraag naar nieuwe leningen. Daarom kunnen zij heel weinig met elke extra euro die zij aan spaargeld ontvangen. Als bank zijnde rest er dan eigenlijk maar één optie: het geld stallen bij de ECB. En hoeveel rente krijgen ze daarop? Helemaal niks. Sterker nog: voor dat geld moeten ze betalen. Sinds 2014 rekent de ECB al geld over al het kapitaal dat banken bij de centrale bank stallen. De ECB begon toen met een zogeheten depositorente, de rente die banken normaliter krijgen, van -0,1 procent. Dat betekende dat banken voor overtollig kapitaal dat bij de ECB stalden, elk jaar 0,1 procent van dat bedrag kwijt waren. Sinds die tijd is die depositorente verder verlaagd naar -0,5 procent. Dit percentage haalt ABN AMRO ook aan in het bericht over de verlaagde rente. "ABN AMRO betaalt bijvoorbeeld 0,5 procent rente voor het spaargeld dat zij stalt bij de Europese Centrale Bank (ECB)", aldus ABN. Waarom doet de ECB dit? De centrale bank probeert de inflatie, de stijging van consumentenprijzen, in de eurozone aan te wakkeren. Centraal bankiers proberen namelijk vooral die inflatie stabiel te houden op om en nabij 2 procent. Maar de inflatie beweegt zich al langer op een niveau onder die 2 procent en in het verleden vreesden sommige centrale banken zelfs even voor zogeheten deflatie, een daling van de consumentenprijzen. Door de renteniveaus te verlagen hoopt de ECB dat bedrijven makkelijker kunnen lenen om te investeren en consumenten meer gaan uitgeven. Meer uitgaven zouden uiteindelijk moeten leiden tot hogere inflatie, maar de afgelopen jaren werkt deze opzet een stuk minder goed. Al sinds de Europese schuldencrisis wordt het inflatiedoel maar niet gehaald en haalt de ECB steeds meer uit de kast om toch die economie aan te jagen. Gaan de spaarrentes straks weer omhoog? De algemene verwachting is dat deze situatie nog wel even zal duren, denken economen. Veel economen wijzen bijvoorbeeld naar ontwikkeling als vergrijzing waardoor er steeds meer geld wordt gespaard voor bijvoorbeeld pensioenen. Dit zou ook de renteniveaus laag houden.
Read more

Pensioenfondsen sluiten 2019 goed af: dekkingsgraden omhoog.

Het grootste pensioenfonds van Nederland, ABP, zag de dekkingsgraad toenemen tot 97,8 procent, 6,8 procentpunt hoger dan aan het einde van het derde kwartaal. Ook Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) noteerde een hogere dekkingsgraad: eind december stond deze op 99,2 procent. De beleidsdekkingsgraad, de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden, daalde bij de twee grootste pensioenfondsen wel iets, naar respectievelijk 95,8 en 96,5 procent. Hiermee zitten de pensioenfonds nog boven de kritische grens van 90 procent. Als een pensioenfonds daaronder zit, moeten ze overgaan tot het korten van de pensioenen. In november verlaagde minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken deze kritische ondergrens voor pensioenkortingen tijdelijk naar 90 procent. De maatregel was nodig omdat veel pensioenfondsen in de problemen raakten door de aanhoudende lage rente. Zo zakte de dekkingsgraad van zowel ABP als PFZW in de zomer even onder de kritische grens, waardoor kortingen onvermijdbaar leken voor 5,8 miljoen Nederlanders. Daarnaast geeft de verlaging van de kritische ondergrens werkgevers en vakbonden de tijd en ruimte om het Pensioenakkoord dat in juni gesloten werd uit te kunnen werken. "Rust en stabiliteit zijn nodig om dat de komende periode goed te doen", zei Koolmees destijds. Andere pensioenfondsen zien dekkingsgraden ook stijgen Ook de dekkingsgraden van de metaalfondsen PMT en PME en het bouwfonds bpfBOUW gingen in het laatste kwartaal omhoog, naar respectievelijk 98,8, 98,7 en 114,1 procent. Ook bij deze pensioenfondsen liggen kortingen niet op de loer, met beleidsdekkingsgraden van 97,6, 96,9 en 112,4 procent. Het bouwfonds liet zelfs al in december weten de pensioenen in 2020 opnieuw te gaan verhogen.
Read more

Gemeentelijke woonlasten stijgen het hardst sinds 2007

Ook in 2019 stegen de woonlasten relatief sterk. Toen was de stijging slechts een paar tiende procentpunten lager dan nu. Veel gemeenten rekenen pas dit jaar de verhoging van de rijksbelasting in 2019 door, waardoor de afvalstoffenheffing gemiddeld met 5,9 procent stijgt. De onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt met gemiddeld 4 procent, wat ook relatief veel is. Dit komt door "tekorten op het sociaal domein", aldus de onderzoekers. Als voorbeeld noemt het COELO de gemeente Groningen, die ervoor kiest niet te bezuinigen op voorzieningen zoals bibliotheken en zwembaden, maar in plaats daarvan het tekort opvangt met een hogere ozb-opbrengst. Hier is de tariefstijging dan ook het hoogst, met een plus van 15,2 procent. Gemeentelijke woonlasten zijn voor woningeigenaren afhankelijk van hun WOZ-waarde. Het COELO neemt de gemiddelde WOZ-waarde per gemeente om voor die plek de gemiddelde lasten te berekenen. Voor huurders gelden grote verschillen in de stijging of daling van de gemeentelijke woonlasten, die uit afvalstoffenheffing en in sommige gemeenten een rioolheffing bestaan. Zo zien huurders in Apeldoorn de rekeningen met maar liefst 29,4 procent oplopen, terwijl in Arnhem de lasten met 3,7 procent het sterkst dalen.
Read more

Duitse economie maakt naar schatting laagste groei door sinds 2013.

De Duitse economie is vorig jaar met 0,6 procent het minst gegroeid sinds 2013. Dat meldt statistiekbureau Destatis woensdag in een voorlopige schatting. De voorspelling komt overeen met de verwachting van veel economen. Zij voorspelden eveneens dat het bruto binnenlands product (bbp) minder zou groeien dan in 2018 het geval was. Toen groeide de Duitse economie met 1,8 procent. "Dit betekent dat de Duitse economie voor het tiende jaar op rij is gegroeid", benadrukt Destatis-afdelingshoofd Albert Braakmann. "Dat is de langste groeiperiode sinds de Duitse eenwording." De export groeit met 0,9 procent, terwijl in 2018 een groei van 2,1 procent werd behaald. Fabrikanten die grotendeels van export afhankelijk zijn, hadden last van de vertragende wereldeconomie, handelsgeschillen en de onzekerheid die samenhangt met de aanstaande Brexit. Eerder bleek al dat de Duitse economie in het derde kwartaal op een haar na aan een recessie ontsnapte. De groei was toen 0,1 procent, terwijl in het tweede kwartaal een krimp te zien was. Bij twee opeenvolgende kwartalen met krimp wordt gesproken van een recessie.
Read more

Nederlandse ‘jonge ouderen’ vaak rijker dan leeftijdsgenoten in EU

Gemiddeld heeft deze groep in Nederland een besteedbaar inkomen van 24.000 euro. Alleen in Luxemburg (33.000 euro), Denemarken, Oostenrijk en Zweden (allen 26.000 euro) verdienen ze meer. In Roemenië, Bulgarije en Hongarije verdient deze groep met 6.000 tot 10.000 euro het minst. Het CBS houdt rekening met verschillen in koopkracht in de berekeningen. Vooral bij laagopgeleide ouderen is er een verschil in arbeidsparticipatie. In Kroatië, Slowakije, Luxemburg en Polen werkt minder dan 30 procent van de laagopgeleide 55- tot 65-jarigen. In Nederland, Duitsland en Portugal is dit 54 procent. Zweden staat aan kop met 63 procent. Bij hoogopgeleide ouderen is het verschil minder groot. In Griekenland werkt 53 procent van de hoogopgeleide 55- tot 65-jarigen. In Nederland werkt 80 procent van deze groep nog. Ook hier staat Zweden aan kop met een arbeidsparticipatie van 85 procent.
Read more

Nieuwe records op beurzen na verkiezingen VK en mogelijk handelsakkoord

De AEX-index, de toonaangevende Nederlandse beursindex, noteerde rond 14.45 uur 605,25 punten. Dit is 0,9 procent hoger dan de slotkoers van donderdag. Ook in Duitsland en Frankrijk stonden de beurzen bijna 1 procent hoger. De belangrijkste Britse index, de FTSE 100, stond maar liefst 1,9 procent hoger. Ook het Britse pond steeg in waarde. De verkiezingswinst van de Conservatieven in het Verenigd Koninkrijk moet een einde maken aan de onzekerheid waar de Britse economie onder leed. Verder meldden Amerikaanse media dat er een akkoord tussen de VS en China op tafel ligt. Een officiële bevestiging blijft vooralsnog uit. De vertraging van de wereldeconomie wordt voor een belangrijk deel toegeschreven aan het handelsconflict tussen de VS en China. Een oplossing zou de handel juist weer stimuleren.
Read more

Minister Hoekstra noemt verbod op negatieve spaarrente ‘niet nodig’

Het besluit van Hoekstra volgt op vragen van het CDA en de PvdA. De partijen stelden vragen naar aanleiding van een dergelijk verbod dat onlangs in België werd ingevoerd. In zijn Kamerbrief schrijft hij dat er geen sprake is van een dergelijk verbod in België. "Invoering van een wettelijk verbod op negatieve rentes op spaar- en betaaltegoeden kent overwegend nadelen en risico's", concludeert Hoekstra uit een analyse die De Nederlandsche Bank (DNB) heeft uitgevoerd. De minister noemt een verbod op negatieve spaarrente in zijn brief aan de Tweede Kamer "niet nodig" en "niet proportioneel". Volgens hem hebben de Nederlandse banken goed door wat de nadelen zijn van een negatieve spaarrente voor gewone spaarders. Hij verwacht niet dat banken dat middel op korte termijn gaan inzetten. Ook in andere Europese landen vond hij geen wettelijk verbod. Hij schrijft dat hij een "negatieve rente voor gewone spaarders zeer ongewenst" vindt, maar volgens hem zijn er "vooralsnog voldoende mogelijkheden voor de gewone spaarder om te sparen bij banken die geen negatieve spaarrente rekenen". De minister stelde eerder in antwoord op Kamervragen dat een "hard verbod" op een negatieve spaarrente een "zeer forse ingreep in de markt" zou zijn, die ook negatieve effecten met zich meebrengt. Zo zou zo'n verbod monetair beleid minder effectief kunnen maken en in het ergste geval de financiële stabiliteit kunnen schaden. Onder meer de Volksbank en ABN AMRO meldden al eerder in 2020 geen negatieve rente in te voeren voor spaarders met een saldo tot 100.000 euro.
Read more

Woningtekort neemt tot 2025 af, daarna neemt het weer toe

Het kabinet heeft het plan om van 2020 tot en met 2025 elk jaar 75.000 woningen bij te bouwen. Daardoor komen er per saldo in 2020 zo'n 78.000 woningen bij, als alle nieuwbouw en sloop mee wordt genomen. De daaropvolgende jaren neemt het saldo langzaam af naar zo'n 50.000 woningen per jaar. In die komende vijf jaar groeit ook het aantal huishoudens. Die groei is wel iets minder dan die van de woningen. Wel verwachten de bureaus dat tegen 2025 de huishoudensgroei die van de woningen weer inhaalt. Dat betekent dus dat vanaf dat moment het woningtekort weer toeneemt. Wel benadrukken het CBS en het PBL dat er veel verschillende factoren van invloed zijn op de toename of krimp van het aantal huishoudens. Zo beïnvloeden het woningaanbod en de vraag naar huizen elkaar, en hebben ook zaken als het leenstelsel voor studenten hun effect. Mensen blijven bijvoorbeeld langer thuis wonen nu ze geen studiebeurs meer ontvangen, waardoor de vraag naar woningen daalt. In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant neemt het aantal woningen het meest toe in de komende twintig jaar. Hierbij is Zuid-Holland met zo'n achtduizend woningen in de plus de voortrekker met de hoogste netto woningbouw, gevolgd door Noord-Holland (zevenduizend) en Noord-Brabant (vierduizend). Groningen, Drenthe en Zeeland bungelen onderaan. Ook tussen steden zijn flinke verschillen te zien, eveneens tussen grote steden in de Randstad onderling. Zo ligt in Amsterdam tot 2025 het saldo jaarlijks gemiddeld op zo'n 6.500 woningen, terwijl dat in Rotterdam zo'n 3.500 gemiddeld is. Ook in Den Haag en Utrecht is minder bouw te zien. Amsterdam wordt nog wel tot 2040 aanzienlijk hoger ingeschat.
Read more

Spanje trekt 300 miljoen uit voor gevolgen faillissement Thomas Cook

Het plan om de lokale economie te beschermen voor de klap die het faillissement veroorzaakt, bestaat uit dertien maatregelen. Een van de maatregelen is het beschikbaar stellen van krediet aan bedrijven die geraakt worden. Op 23 september maakte Thomas Cook het faillissement bekend. Toen was nog niet meteen duidelijk wat er met lokale takken van de touroperator zou gebeuren. Inmiddels zijn ook veel van die bedrijfsonderdelen failliet verklaard, zoals ook de Nederlandse tak afgelopen maandag. Sommige landen lijken harder te zijn geraakt door de touroperator dan anderen. De schade lijkt vooral voor populaire reisbestemmingen groot. Zo wordt voor Griekenland geschat dat de schade in 2019 rond de 315 miljoen euro bedraagt, wat voor de lokale economie op zou kunnen lopen tot 2,5 miljard euro.
Read more