De prijzen stegen in mei bijna 9 procent in vergelijking met een jaar eerder, blijkt donderdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster. De gemiddelde prijs van een huis was 283.945 euro. Het gaat trouwens alleen om de prijzen van bestaande koopwoningen, nieuwbouw is niet meegenomen in de berekeningen. In april gingen de huizenprijzen op jaarbasis ook al met bijna 9 procent omhoog. Sinds het dieptepunt in juni 2013 blijven de prijzen stijgen. Een woning kostte vorige maand circa 28 procent meer dan vijf jaar geleden. In mei werden in totaal 18.237 woningen verkocht, bijna 2000 meer dan een maand eerder. De totale waarde van de in mei verkochte woningen bedroeg bijna 5,2 miljard euro. In de eerste vijf maanden van het jaar verruilden 86.609 woningen van eigenaar, 6,5 procent minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De huizenprijzen stegen in het eerste kwartaal het hardst in de provincie Noord-Holland waar huizen gemiddeld 11,2 procent duurder werden op jaarbasis. Ook Flevoland (plus 10,5 procent) en Zuid-Holland (plus 10,3 procent) groeiden harder dan het landelijk gemiddelde van 9 procent in deze periode. In Zeeland werden de huizenprijzen slechts 4,2 procent duurder en daarmee was die provincie de hekkensluiter. Ook Drenthe (plus 6 procent), Groningen (plus 6,7 procent) en Limburg (plus 6,9 procent) bleven achter. In de vier grote steden worden huizen nog steeds flink duurder. Rotterdam (plus 14,9 procent) en Den Haag (plus 12 procent) zijn daarbij aan een inhaalslag bezig. In Amsterdam werden de huizen 11,9 procent duurder. Sinds het eerste kwartaal van 2016 groeiden de huizenprijzen in de hoofdstad niet meer zo weinig. Ook Utrecht (plus 10,6 procent) moet terug naar 2016 voor een lagere groei.